Het was midden in de nacht geweest, rond 3 uur. Slecht weer. Het ziekenhuis-nachtlampje was het enige licht dat we hadden gehad, terwijl we naar elkaar in de donkerte keken. Zij, charismatisch, op een stoel een beetje onder uit gezakt, leunend tegen de vensterbank. Ik in het ziekenhuisbed, aan toeters en bellen.
Het was de nacht voordat de jongste dochter geboren werd. Nog altijd veel te vroeg op 33,5 week, maar we hadden het toch al 11 dagen kunnen rekken, met weeënremmers en een hele hoop geduld.
In zak en as
De dag voor dat de telg haar aankondiging deed, zat ik er helemaal door heen. Al anderhalve week lang aan dat ziekenhuisbed gekluisterd. Al anderhalve week lang, mijn man en (oudste-) dochter iedere dag zonder mij naar huis zien gaan. Iedere dag opnieuw allerlei stomme onderzoeken, echo’s, prikken en nieuwe draadjes gespannen krijgen. Ik was het helemaal zat, die ene dag daarvoor. De lucht bevond zich in grauwe & dreigende staat, en mijn humeur ook. En in de nacht die volgde, sprak ik haar. Dé zuster, slechts een paar jaar ouder dan ik.
In de tien dagen voorafgaand aan die bewuste nacht, had zij enkel de nachtdiensten gedraaid denk ik, want ik had haar niet veel (of zelfs helemaal nog niet) gezien. Maar die nacht zocht ze mij dus op. Ik was moe en verdrietig en zij steunde mij, toen ik dat het hardst nodig had. Midden in de nacht, met woorden alsof we elkaar al járen kenden.
“Besef dat jij de enige bent die er voor je kleintje kan zijn momenteel. Je baby vertrouwt volledig op jou. Jíj bent alles wat ze heeft op dit moment, dus je bent het verplicht aan haar om dapper te blijven!”.
Haar woorden hebben me er bovenop geholpen. Die bewuste septembernacht in 2011.
De geboorte
De ochtend kwam, en de nachtzuster ging. Een goede 16 uur later kwam onze jongste dochter ter wereld. Daar was ze dan!
Ik heb in de maanden daarna nog vaak aan dé nachtzuster gedacht. Ik heb haar nooit meer gezien, gesproken of bedankt en wist ook niet hoe ze heette. Kort geleden dacht ik weer eens aan haar. Hoe zou het háár vergaan met haar wijze woorden en, en… nou ja, gewoon; enzo! Enzo met “mijn” nachtzuster. Met de geboorte van Max vorige maand, heb ik goed gekeken naar al het personeel in het ziekenhuis, maar geen spoor van “de mijne”. Je bent op den duur bijna geneigd om te gaan denken dat je het gedroomd hebt.
Maar ik had het niet gedroomd!
Echt niet!
Toch?
Tóch?!?!?!
Het leven gaat door…
Gistermorgen ging ik voor het eerst naar het zogeheten “borstvoedingscafé” hier in het ziekenhuis. Iedere maandagochtend van 10 tot 12 uur komen in een gezellige ruimte mama’s te samen die allemaal borstvoeding geven. Het is niet alleen erg leuk, maar tevens kunnen de mama’s er ook met hun praktische vragen terecht, bij de lactatiekundige die er standaard bij aanwezig is. Vanmorgen besloot ik ook te gaan.
Ik kwam aangesjouwd met onze kleine knul in de maxicosi en de jongste dochter (net 3 dus) aan de hand. Ik deed de deur open, stapte binnen en…
…. keek dé zuster aan.
Mijn zuster!!!! De nachtzuster van toen. Die nu als lactatiekundige aanwezig was.
Na 3 jaar kon ik eindelijk bedankt zeggen en dat heb ik dan ook volmondig gedaan. Ik was bijna in staat tot omhelzen, maar kon me nog net beheersen.
En na 3 jaar, kon ik tevens definitief voor mezelf vaststellen…
…dat het toch echt geen droom is geweest… 😉
De droomnacht in september.
© Eveline – September 2014